Wat ik vooral interessant vond, was het stuk over de hoeden van de Bono. Ik had hier al wel ooit van gehoord, maar wist eigenlijk niet precies wat ermee bedoeld werd. Het komt op het volgende neer:
- je hebt 6 verschillende hoeden.
- iedere hoed beschrijft een manier van kijken naar een probleem.
- iedere hoed moet aanwezig zijn bij een gesprek over een probleem/ innovatie.
- als de verdeling van de hoeden niet goed is, heb je kans op tunnelvisie.
Ik ga dit zeker gebruiken om te kijken naar mensen op mijn stage en mijn werk. Wie kijkt er met welke hoed de wereld in? Zou dit te veranderen zijn?
Door deze les ben ik over mezelf na gaan denken: met welke hoed kijk ik zelf de wereld in?
Ik zit tussen de gele en de zwarte hoed in. Soms zie ik alles heel positief in, ik zie veel kansen om dingen te veranderen. Maar van de andere kant kan het ook negatief zijn: ik zie teveel 'beren op de weg', ik zie alleen maar bedreigingen en belemmeringen. Dit krijg ik ook van medestudenten te horen. Misschien toch eens gaan kijken of ik een andere hoed op kan 'zetten'? Dat zorgt er misschien voor dat ik anders de wereld inkijk.
Bakkers, E. (2007). De 6 denkhoeden van De Bono. Cego publishers, Leuven België. EE M@gazine jrg. 2006-2007- 9/1 pagina 1-10
Nu natuurlijk wel...
Deze grafiek laat zien, hoe mensen in een groep omgaan met de verspreiding van nieuwe producten/ ideeën. Bv. de eerste mobiele telefoon jaren geleden, de plasma TV, hybride auto's. Maar ook ideeën voor ontwikkelingen op school of werk.
Als ik naar mezelf kijk, dan hoor ik bij late majority (de achterlopers). Ik wil eerst zeker weten dat een product goed werkt voordat ik het zelf aanschaf. Je ziet zo vaak dat iets 'hot' is, maar dat het dan later toch niet meer gebruikt wordt. Daarom wacht ik liever even af, totdat ik zeker weet dat iets 'hot' blijft.
Ik heb verschillende vrienden en bekenden die bij de innovators horen: zodra er iets nieuws op de markt is willen ze het meteen hebben. Ze zijn bang om anders achter te lopen op de rest, bang om iets te missen.
Dat zijn ook de mensen die al tig soorten mobiele telefoons, TV's, tablets etc. gehad hebben. Dat kost me toch een hoop geld volgens mij! Dat heb ik er echt niet voor over.
Jan heeft ook de 5 succesfactoren van een innovatie besproken.
Om een innovatie te laten slagen heb je de volgende factoren nodig:
1. compatibility: past het bij je?
2. profitability: heb je er voordeel bij?
3. complexity: begrijp je het?
4. observability: kun je het ergens bekijken?
5. trialability: kun je ermee experimenteren?
Vooral de laatste 2 factoren worden vaak vergeten. Een school bedenkt iets, maar ze hebben het niet uitgeprobeerd en zien er alsnog vanaf. Of later blijkt dat een andere school hetzelfde heeft bedacht en tegen veel knelpunten is aangelopen. Je kunt veel leren van anderen, maak daar gebruik van!
Ik houd deze succesfactoren in mijn achterhoofd voor mijn LIO-stage volgend jaar. Het is de bedoeling dat je dan een onderzoek doet naar een ontwikkeling op je school. Als je er deze factoren bijhoudt, weet je zeker dat je ontwikkeling kans van slagen heeft. Als je dan ook nog de hoeden van de Bono in je achterhoofd houdt, zorg je ervoor dat je de ontwikkeling vanuit verschillende kanten/ perspectieven bekijkt.
Ik vind het voor vandaag genoeg. Ik ga nog even van mijn vrije avond genieten.
http://nl.wikipedia.org/wiki/Innovatietheorie_van_Rogers
geraadpleegd op 19-03-2013 om 21:30
PowerPoint innoveren DT gemaakt door Beijens, J.